Het seizoen verloopt voor SVD1 van kwaad tot erger. Stonden we na vijf
ronden nog op een tweede stek, nu zijn we na drie opeenvolgende nederlagen
in het beruchte rechterrijtje beland. Degraderen kunnen we niet meer; daar
duurt het seizoen te kort voor. Nu moet gezegd dat Pallas een zeer sterk
team heeft, dat voor een groot deel bestaat uit talentvolle jongeren, die
nog een behoorlijke winst aan speelsterkte kunnen boeken, terwijl het zich
bij de onzen beperkt tot een zo lang mogelijk volgehouden gevecht tegen de
onvermijdelijke aftakeling. Maar vooruit, niet getreurd! Het was prachtig
weer, we hoefden gelukkig niet met de familie de natuur in vanwege het
sterke alibi dat er in Deventer geschaakt moest worden. En aan de borden
gebeurde van allerlei opwindends en onvoorspelbaars.
Niet bij Henk overigens. Die zag tijdig in dat zijn stelling misschien wel
verdedigbaar was, maar ook slechts weinig perspectieven bood: remise.
Marino kwam tegenover supertalent Koen Lambrechts (100%-score!) te zitten.
Even mocht onze man dromen van initiatief, maar hij kwam snel van een koude
kermis thuis. Tekenend voor het krachtsverschil was dat Marino (en ik) snel
de winnende voortzetting voor Koen zagen, ons afvroegen waarom hij zo lang
nadacht (en dus hoopten dat hij het niet zou zien), terwijl na afloop bleek
dat hij alles en ook nog veel meer gezien had, inclusief de weerlegging van
een aantal venijnige ressources die in de stelling bleken te zitten, maar
ons volledig ontgaan waren.
Onze ‘vaste’ invaller, Bert, speelde lang zeer goed tegen zijn op papier
veel sterkere tegenstander. In lichte tijdnood vervlakte zijn voordeel, er
bleef een potremise toreneindspel over en helaas wist Bert dit helaas met
vaste hand naar verlies te prutsen.
Ik speelde een goede positionele partij, maar de eerlijkheid gebiedt te
zeggen dat Jim Klinge zich wel erg gewillig liet opknopen. De slotstelling,
met een hoopje bijeengedreven zwart wrakhout waaronder een ‘eeuwigdode’
loper op a8, was evenwel aardig om te aanschouwen.
|
|
Sander heeft tegen Guy Bielderman, die naar mijn indruk een veel te lage
rating heeft, helaas niet veel meer kunnen doen dan keepen. In de tijdfase
ging er een kwal af en daarna de rest.
Dat alles gaf een tussenstand van 3½-1½, maar bij de resterende partijen was
nog van alles mogelijk, zodat de overwinning voor Pallas zeker niet
vanzelfsprekend was.
Kees speelde een scherpe partij tegen Pim Heijne. Op een gegeven moment
stond hij voor de keuze om de verdediging voor te laten gaan, dan wel op
tegenaanval te spelen. Hij koos voor het eerste, hetgeen Pim kansen gaf voor
een mataanval, zonder zich om de eigen koning te hoeven te bekommeren. In
grote tijdnood geschiedde aldus. Daarmee was de wedstrijd dus beslist.
Theo werd in de opening verrast door een snel g7-g5, investeerde veel tijd
in het vinden van tegenspel, maar kon niet verhinderen dat Morris Merza in
het voordeel kwam. In het (zeer lastige) eindspel werden aan beide zijden
fouten gemaakt, maar het punt ging uiteindelijk naar Morris.
Over invallers schrijf ik in het algemeen in vriendelijke termen, zeker als
het een debuut in het eerste team betreft en al helemaal als zo’n debuut
gevierd wordt met een overwinning. Onze Erwin won: driewerf hoera, hulde,
lof, eer en prijs en een oprechte felicitatie. Maar mag ik jou, Erwin,
vragen om Fritz een waardering van de stelling te laten geven na laten we
zeggen een zetje of 10, voor mijn part 20. De wonderbaarlijke opstanding van
Lazarus was niets vergeleken bij wat er op het bord van Erwin (en laten we
niet vergeten: de beklagenswaardige René Renders) gebeurde. Laten we het
erop houden dat het bij zo veel mirakels en dus euforie wel erg lastig was
om de objectiviteit te bewaren.
In de laatste ronde mag Pallas nog hopen op een halve of hele misstap van
Zevenaar. Zoals u weet wordt de laatste ronde gezamenlijk gespeeld in
Doetinchem. Komt dat zien! Het zal ongetwijfeld een mooie afsluiting worden
van het seizoen.
|