De gezamenlijke slotronde in Velp was op papier een
thuiswedstrijd voor ons tegen jawel Velp 2. We waren al kampioen. Mijn
boodschap vooraf “er zijn deze keer geen teamorders” werd met ongeloof en
hoongelach ontvangen. We moesten toch minstens ongeslagen kampioen worden.
We speelden zonder kopman Bert (al te vaak in het eerste ingevallen) en
Gerard, maar met de invallers Henk en Gert-Jan hadden we nog altijd een zeer
sterk team achter de borden.
John, die nu aan bord 1 speelde, meldde dat voor hem het spelen op
vrijdagavond na een drukke werkweek niet de voorkeur had. De partij bleek
een soort self-fullfilling prophecy, al snel belandde hij in een moeilijk
parket. Na een lange rokade kreeg zijn koningsstelling het zwaar te verduren
van een vijandelijk loperpaar ondersteund met zware stukken, waar amper
verdediging tegenover stond. Een logische nederlaag was het gevolg. Erwin
had net een sensationele invalbeurt in het eerste, afgesloten met winst,
achter de rug. Dat zoiets niet zomaar gevolgd wordt door een makkelijke
winst in het tweede tegen een veel zwakkere tegenstander bleek maar weer
eens. Weliswaar kwam hij redelijk uit de opening en won hij later de
kwaliteit, hij onderschatte toch de kracht van oprukkende verbonden
vrijpionnen. Deze werden hem fataal.
Invaller Henk had tot dusver een formidabele score in de Osbo-competitie. In
het derde 7 uit 7 en ook al 1 uit 1 als invaller in het tweede. In een
gedegen opgezette partij won hij een pion
|
|
en bouwde hij vervolgens dit voordeel gestaag uit en vlocht
hij een matnet in de stelling. Een keurige overwinning en nu dus 9 uit 9!
Frans speelde aan bord 2 een goede partij, die uitliep op een toreneindspel
waarbij de tegenstander een dubbelpion had. Dat voordeel was voor Frans net
niet voldoende voor de winst. Hij probeerde het langdurig maar moest
tenslotte toch in remise berusten.
Adri speelde een niet aangenomen
koningsgambiet waarbij tientallen zetten lang vrijwel niets van het bord
verdween en de pionnenstelling steeds verder dichtgeschoven werd. Slechts
een open lijn voor de witte loper resteerde en dat leverde de kwaliteit op.
In een gesloten stelling nog lang geen garantie voor de winst, maar toen de
tegenstander in tijdnood ten onrechte de stelling opende leverde dat wit een
stuk op en daarmee de partij.
Gert-Jan verdedigde zich met Siciliaans en dat leverde het bekende beeld op
van ver opgerukte witte f-,g- en h-pionnen. Toch leek de stelling houdbaar,
maar de tijd ging een steeds grotere rol spelen. Dat was in het nadeel van
Gert-Jan die uiteindelijk gedesillusioneerd opgaf.
Het eindresultaat was daarmee een 2˝ - 3˝ nederlaag, die terecht maar
tegelijkertijd onnodig was.
Bepaald geen passend slot van een kampioensjaar! Kennelijk heeft deze ploeg
druk nodig om goed te presteren. Die druk zal er volgend jaar in de tweede
klasse ongetwijfeld zijn.
|