Ter leering ende vermaeck (5)

door Niels van der Mark

 

Het probleemschaak

Het seizoen is weer begonnen! Voor mij nog niet. Een avondcursus heeft me tot nu toe weerhouden om weer deel te nemen, maar volgende week ben ik weer van de partij. Ik had me voorgenomen om in mijn vakantie het boek “Calculation” van Jacob Aagaard te gaan bestuderen. Een mooi, maar (voor mij dan) erg pittig boek over het berekenen van zetten in de schaakpartij. Een boek waar het niet zo zeer gaat om het oplossen van een complexe stelling, maar vooral om de manier waarop je het doet. Na al mijn geklungel het afgelopen half jaar had ik mezelf daartoe veroordeeld. Minimaal één stelling per dag! Nou zoals met veel goede voornemens is het er niet van gekomen. Ik heb geen schaakstuk aangeraakt en geen boek ingekeken, zo lekker was mijn vakantie. Misschien toch goed om ook van het schaken even afstand te nemen.

Nu heb ik begrepen dat er ook schakers zijn die voor hun lol een mat in 7 of 8 puzzel meenemen op vakantie. Ze gebruiken de volle drie weken dan ook om die ene puzzel op te lossen. Eindeloos staren, construeren en weer terugzetten. Het spijt me erg, maar dit onderdeel van het schaakspel, het probleemschaak, heeft mij nooit kunnen bekoren. Mijn vrouw ziet me trouwens aankomen! Ik heb het wel geprobeerd, maar het is niks voor mij. Ik heb ooit zelf een probleemstelling gecomponeerd, maar betwijfel of ik daar ooit een prijs mee zou hebben gewonnen. De opgave luidt: Wit aan zet wint.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De sleutelzet is 1.Df5+ op 1…Kxf5 volgt 2.Pd4 mat. Esthetisch wel aardig, maar meer ook niet. Het is ook niet echt gedwongen, want zwart kan natuurlijk ook 1…Kd6 spelen, al verliest hij dan de dame.

Mat-in-2-of-meer-puzzels zijn dwingend. Zwart gaat hoe dan ook in het aantal zetten mat die de puzzel aangeeft. Hoe meer zetten de opgave duurt, des te complexer is hij. Voor mij vaak te complex, ik heb al moeite met mat in één. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die in een mat-in-1-puzzel geen uitdaging zien. Toch zijn er ook in die discipline leuke opgaven te vinden. Wat dacht u van de volgende:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zwart geeft mat in 1.

 

 

Of deze dan?

Wit geeft mat in 1

 

Allemaal nog goed te doen en om te zien wel aardig. Echter, in 2003 op mijn vakantie in Hongarije, werd ik met een heel bijzondere mat in 1 geconfronteerd. Op een dag was ik naar Boedapest gegaan op zoek naar een schaakwinkel, ik probeer namelijk altijd in het buitenland een notatieboekje te kopen. Na lang zoeken kwam ik in een klein winkeltje waar ze een paar schaakspelen verkochten en verder allerlei goedkoop speelgoed. Ik was wat teleurgesteld. Ik had gedacht in een schaakstad als Boedapest wel een mooie schaakwinkel te vinden, maar ook deze winkelier vertelde me (in Hongaars, Duits en een beetje Engels) dat hij niet van zo’n winkel af wist. Kennelijk zag hij mijn teleurstelling, want hij bood me als troost een partijtje schaak aan. Er werd een schaakbord op de toonbank gelegd, er werd geloot ( ik kreeg wit) en de stukken werden opgezet. Echter voordat ik mijn eerste zet kon uitvoeren, hief hij zijn hand op en legde een papiertje met het volgende diagram voor me neer.

 

“Matt in eins” zei hij en hij vertelde erbij dat ik pas dan met hem mocht schaken als ik de puzzel had opgelost, anders was ik als tegenstander niet interessant genoeg voor hem. Mat in 1, dat kon toch niet moeilijk zijn? De eerste 5 minuten kon ik de oplossing niet vinden, het was niet mogelijk!! ‘Klopt de puzzel wel?’, vroeg ik hem. ‘Jawohl, jawohl’, grijnsde hij. Uiteindelijk vond ik gelukkig de oplossing, kreeg ik een waarderend knikje en kon onze partij beginnen. Het werd een remise, meer weet ik er niet meer van. Deze puzzel is me echter altijd bijgebleven. De oplossing geef ik misschien later en het diagram klopt echt. En als je er wanhopig van wordt, dan moet je maar zo denken: ‘het is enkel ter leering ende vermaeck.’

Niels