Het is alweer twee en een half jaar geleden dat ik de laatste Ter Lering
ende Vermaeck schreef. Het ging over toreneindspelen en volgens mij heb ik
die toen vooral geschreven in de hoop er zelf iets meer van te gaan
begrijpen. Daarna gewoon te druk geweest, teveel met andere zaken bezig,
maar bovenal inspiratieloos. Ook de afgelopen maanden werden daar door
gekenmerkt. Ik had weinig plezier in het schaken en bar weinig focus tijdens
de partij. Dat je wat verbaasd achter het bord naar die houtjes kijkt en
denkt: ’wat doe ik hier?’ Dan wordt het schaken wel een soort martelgang.
Maar er verscheen licht aan het einde van de tunnel. Vermanende woorden van
Piet-Heyn in onze podcast, een lekker extern partijtje in Arnhem (vol van
blunders en fouten, maar ik kwam er mee weg) en tenslotte mijn
bekerwedstrijd tegen notabene Piet-Heyn zelf. Ook een partij waarin van
alles gemist werd, maar er was weer focus en bovenal plezier. En niet alleen
omdat ik won (natuurlijk), maar omdat er veel in de partij te beleven was.
En ook veel te leren hoop ik, dus ik neem jullie mee. Overigens de
gekscherende titel, meester tegen amateur, slaat op de boekenserie van Max
Euwe en Walter Meiden, waarin ze in 25 partijen laten zien, ik citeer: hoe
de ‘meester’ gebruik maakt van typische, veel voorkomende fouten,
vergissingen en zwakheden van de ‘amateur’. En dat is eigenlijk precies wat
er gebeurde in onze onderlinge partij. Piet-Heyn maakt een aantal
kenmerkende fouten, die ik veel zie bij clubspelers, waardoor ik bijna als
vanzelf in een gewonnen stelling terechtkom. Alle credit voor Piet-Heyn, die
niet bij de pakken neer gaat zitten, maar er nog een ogenschijnlijk
gevaarlijke aanval uitgooit, tevergeefs. Speel mee, ter leering ende
vermaeck.
Niels - Piet-Heyn
Beker SVD Doetinchem ronde 1,
25.10.2022
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5

De Spaanse opening is op het bord verschenen en hierover is al wat op te
merken. Ten eerste dat Piet-Heyn afwijkt van zijn eigen vertrouwde
repertoire, waarschijnlijk uit angst voor mijn voorbereiding. Nooit doen!
Tenzij je goed voorbereid bent. Gewoon uitgaan van je eigen kracht en
kennis. Ten tweede de voortzetting die de zwartspeler nu kiest: 3…d6, de Steinitzvariant. Niet dat het een slechte variant is (3…a6 of 3…Pf6 is de
meest gespeelde voortzetting hier), maar met deze keuze kiest de zwartspeler
er al voor om zich defensief, wat gedrongen op te stellen.
4.d4 Ld7 5.Pc3 exd4 6.Pxd4 Pxd4 7.Lxd7+ Dxd7 8.Dxd4

Er zijn wat stukken afgeruild en er is weinig aan de hand. Piet-Heyn heeft
eigenlijk allemaal prima zetten gespeeld. Natuurlijk, wit heeft iets meer
ruimte en een lichte voorsprong in ontwikkeling, maar dat zijn allemaal
tijdelijke zaken. Hoe moet zwart nu verder? Stukken ontwikkelen, rokeren en
dan kijken we wel weer verder. Piet-Heyn speelt hier echter een zet, die ik
vaker zie in de schaakpraktijk van spelers met een rating onder de 1500, hij
speelt zijn pion naar c5. 8… c5? De zet is positioneel zo slecht, dat
ik er een extra diagram aan wijd. Overigens kwam bockbier nummer 1 hier op
tafel.

Door deze zet is pion d6 ernstig verzwakt. We noemen dit een achtergebleven
pion en vanaf nu is dit een makkelijk doelwit voor wit. Daarnaast is veld d5
een sterk veld geworden voor wit. Hij kan dit met een stuk bezetten, zonder
dat een zwarte pion hem kan verjagen. Dat in combinatie met het gegeven dat
dit veld dicht bij de vijandelijke koningsstelling ligt, maakt het een sterk
veld voor wit. Ik durf wel te beweren dat wit in hogere zin gewonnen staat!
Wat had Piet-Heyn dan wel moeten spelen? Hij had zijn paard naar f6 kunnen
spelen, vervolgens de loper naar e7 en kort rokeren. De zwarte torens naar
e8 en d8 en zwart staat prima. Zwart had ook eerst zijn paard naar e7 en
vervolgens c6 kunnen spelen, waar die mooi de dame aanvalt en veld e5 dekt.
9.Dd3 Pe7 10.Le3?! Dit was misschien niet de beste zet, maar er zat
wel een plan achter. Beter was 10.Lf4 Pg6 (of 10...Pc6) 11.Lg3 Pe5 12.Dd5
0–0–0 13.f4 Pc6
10...a6 11.Td1 een opmerkzame toeschouwer vroeg me na de partij
waarom ik hier niet lang rokeerde? Dat komt toch op hetzelfde neer en mijn
koning staat gelijk wat veiliger? Een goed punt, maar ik zat eens naar die
pionnen van Piet-Heyn te kijken op de damevleugel en ik dacht dat mijn
koning daar wat minder prettig stond als hij zijn b- pion naar voren zou
gooien en zijn torens erachter zou zetten. 11...Pg6? Piet-Heyn
overziet de tactische wending, die ik met de zet Le3 en Td1 gecreëerd had.
Noodzakelijk was hier 11...Td8.

12.Lxc5 Vanwege de gepende pion op d6 kan er niet terug geslagen
worden. 12…Pe5 13.Dd5?! 13.Dg3 was iets beter, maar ik had bedacht
dat ik met mijn dame en toren op de d-lijn wilde blijven.
13...Td8 14.Lb6 Het ziet er hier wat hopeloos uit voor zwart (is het
ook natuurlijk), maar er volgde verrassend 14…Dg4!?

Heil Piet-Heyn voor deze gedurfde voortzetting!! In plaats van bij de pakken
te gaan neerzitten kiest hij voor een tegenaanval. Het is dan minder
interessant of hij wel helemaal correct is. Deze creatieve wending laat zien
dat er mogelijk toch een meester schuil gaat in deze amateur. De zet bracht
mij in ieder geval wel even van mijn à propos, “Heb ik iets over het hoofd
gezien?” Kenmerkende gedachten voor een labiele zwalkende schaker. Tijd voor
bockbier nummer 2.
15.Lxd8 Dxg2 16.Tf1 Pf3+ 17.Ke2 Dg4

Hier heb ik lang zitten kijken of Piet-Heyn een eeuwig schaak optie had, die
ik zou moeten vermijden. Natuurlijk zag ik er meerdere, maar wees gerust, er
is er geen een.
18.Td3 Niet de beste voortzetting, vooral ingegeven door allerlei
leeuwen en beren die ik op de weg zag.
18...Pd4+ 19.Kd2 Df4+ 20.Kd1 Pc6 21.Lg5 Dg4+ 22.Kc1?! Naderhand
merkte Piet-Heyn op dat hij dacht dat 22.f3 De6 beter was voor wit. Klopt,
maar wederom had ik een tactisch grapje gezien en ik kon het niet laten.
22...Pb4 23.De5+!

Hier barstte de zaal los in een enorm applaus, het was ook een lekkere zet
om te spelen natuurlijk. De dame mag niet genomen worden, vanwege mat met de
toren op d8. Deze zet kwam een hoofdschuddende Piet-Heyn niet meer te boven.
Er volgde nog: Kd7 24.Td2 f6 25.Lxf6 gxf6 26.Dxf6 en zwart gaf op.
Het derde bockbiertje heb ik mijn eentje moeten nuttigen. De amateur was al
naar huis vertrokken.
Niels van der Mark